ArcGIS REST Services Directory Login | Get Token
JSON

CHK2 (OGCFeatureServer)


ID: 254
OBJECTID: 254
HERKOMST: CHK States en stinzen Fryslan 2010
GEBRUIKTEO: Top10NL 2008
UNIEK_ID: 1113
UNI_NAAM: Gerbada of Douma
BUI_ID: 113
BUI_NAAM: GERBRANDA GERBADA DOUMA
STI_ID: 152
STI_NAAM: Gerbada of Douma
STI_PLAATS: Hallum
BP_ID: 3658
BP_NAAM: Gerbada/Gerbranda ook Douma (Sch. en E.)
SIF_ID: 70
SIF_NAAM: Douma State (Hallum)
PNN_ID: 194
PNN_NAAM: Gerbada of Douma
NAUWKEURIGHEID: Duidelijke ligging
OPM_BEBOUWING: Er is niets van deze state terug te vinden (SIF).
JR_NOOMEN: <1511
JR_SIF: <1565
OPM_JAAR: In 1796 ter afbraak verkocht (Noomen, SIF).
OPM_ALGEMEEN: Noomen: "Evenals Feitsma werd Gerbada pas in de loop van de 16de eeuw een adellijk bewoond huis. In 1511 was Ids Eminga eigenaar." "In 1622 wordt Douma als adellijke state aangegeven. In 1648 worden bij de state naast huis, hornleger en bepoting ook visserij en zwanenjacht genoemd." "Het huis werd in 1722 door Stellingwerf getekend. Het bestond uit een zaalstins van twee woonlagen tussen trapgevels; waarschijnlijk daterend uit de 16de eeuw. In de 17de eeuw werd er een lang gebouw van één woonlaag, met een gezwenkte eindgevel, Vlaamse gevels en pilasters toegevoegd. Tot het stinsterrein gaf een poort met een wapensteen toegang. Het huis werd in 1794 en 1796 ter afbraak te koop aangeboden. Op de kadastrale minuutplan is er op het terrein geen bebouwing meer aangegeven. Wèl was toen het grachtenpatroon nog op het terrein, dat als Sixmabosch bekend stond, aanwezig." SIF: "Rond 1565 woonde hier Epe van Douma die een voorvechter van de Unie van Utrecht was en vele rekesten aan de Hertog van Aremberg mee ondertekende." "De verdwijning van Douma State beschrijft dr. Cannegieter als volgt: "Eene stijfhoofdigheid is oorzaak geweest van de slo¬ping van Douma state. De heer Sixma, die geene mannelijke afstammelingen had, verspreidde het gerucht dat hij wel genegen was zijne state te verkoopen. Op zekeren dag vervoegt zich ten dien einde bij hem de heer Plettenberg, die in de Oost-Indien een groot fortuin had gemaakt. Men wordt den koop, op eene klei¬nigheid na, eens, doch beide partijen blijven onwrik¬baar op hun stuk staan. Eindelijk, na veel over en weder praten, vroeg de Oosterling of hij over die kleinigheid kon heen stappen, want zoo hij den drempel verlaten had, hij van den koop niets meer wilde weten. Sixma bleef onverzettelijk en de koop had geen voortgang. Den volgenden dag evenwel was Sixma tot andere gedachten gekomen. Hij rijdt naar Leeuwarden, zoekt Plettenberg op, en geeft hem te kennen, dat zijn slot thans voor de geboden som te krijgen is. Maar Plettenberg geeft ten antwoord, dat hij bij zijn gezegde van gisteren bleef, en dat, met zijnen laatsten voetstap buiten de deur, de gansche handel vernietigd was. Nu wordt Sixma toornig en zegt dat zijn huis na zijnen dood zal afgebroken worden, en dat er geen steen op den anderen zal overig blijven. Dit vonnis is maar al te wel nagekomen. Thans is alles in bouwland herschapen, niets is er van overgebleven, als slechts een fraai ge¬houwen, steenen leeuw, die met een grimmig gezicht het wapen van Douma in zijne klaauwen vasthoudt, die vroeger zeker het voorplein van dat deftige verblijf der edele bewoners versierde, en thans, als een gedenktee¬ken van het vergankelijke en wisselvallige van aardsche grootheid en magt, in eenen particulieren tuin onder enen lindeboom geplaatst is. Zoo verloor Hallum eene zijner oudste staten, die door hare ligging in zwaar opgaand geboomte, dat door den naam van Sixma-bosch nog in herinnering gebleven is, omgeven door breede grachten en singels, veel tot luister en sieraad van het dorp bijgedragen heeft." In de Leeuwarder Courant van 27 september 1794 werd Douma State aan de trekvaart te Hallum bij afbraak te koop aangeboden. Op 6 en 28 september 1795 is Douma State uit de hand op afbraak te koop, inlichtingen zijn in te winnen bij Pieter Wesselius, timmerman en ijzerkoper te Leeuwarden. Op 23 april 1796 is vermeld dat op Douma State te Hallum allerlei bouwmaterialen, een prieeltje of "Turksche tent" en een ijzeren hek verkocht zijn. In 1893 zijn een aantal terpen in afgraving, waaronder de terp "Hallumer Zuidermieden" ofwel die van Gerbada/Douma State." "Er is niets van deze state terug te vinden." (bron: Jan Leemburg; D. Cannegieter, Geschiedkundige herinneringen van Hallum, artikelen in de Friesche Almanak van 1851 en 1852; G.A. Wumkes, Stads en Dorpskroniek van Friesland, 1930; Archief J. Leemburg).
PLAATS: Hallum
GEBRUIKTE_ONDERGROND: Top 10 NL 2008
HERKOMST_1: CHK States en Stinzen Fryslan 2010
BEHEERDER: Provinsje Fryslan
BRONHOUDER: M.F. Fermo
TYPE_CH_OBJECT: onroerend; landschap
WAARDE: onbekend
JURIDISCHE_STATUS: nog niet gewaardeerd/ in onderzoek
KENMERKENDHEID: onbekend
NEN_3610_KLASSE: gebouw
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/4/attachments/4
TYPE: Stins, Boerderij, State/Buitenplaats
GLOBALID: {2FA4C7AB-0194-4418-9C18-7C3B3FEB8128}
SHAPE_Length: 780.4265906397038
SHAPE_Area: 36617.07713994828
Polygon: [...]