ArcGIS REST Services Directory Login | Get Token
JSON

CHK2 (OGCFeatureServer)


ID: 346
OBJECTID: 346
HERKOMST: CHK States en stinzen Fryslan 2010
GEBRUIKTEO: Top10NL 2008
UNIEK_ID: 1185
UNI_NAAM: Idszingha goed of Schierstins
BUI_ID: 185
BUI_NAAM: SCHIERSTINS
STI_ID: 96
STI_NAAM: Idszingha goed of Schierstins
STI_PLAATS: Veenwouden
BP_ID: 5632
BP_NAAM: Schierstins (Sch. en E.)
SIF_ID: 249
SIF_NAAM: Schierstins
PNN_ID: 613
PNN_NAAM: Idszengha goed of Schierstins
OPM_NAAM: Schiera Monnika huse, Idszengha gude (SIF).
NAUWKEURIGHEID: Duidelijke ligging
OPM_CONTOUR: De stins is in 1436 in kloosterhanden overgegaan.
BEBOUWING: Ja
OPM_BEBOUWING: De Schierstins is nu een museum (SIF).
JR_NOOMEN: <1300
JR_SIF: <1439
OPM_ALGEMEEN: Noomen: "De Schierstins fungeerde na 1436 als kloosteruithof van Klaarkamp en als centrum van de veenexploitatie van het klooster. De geschiedenis van deze uithof valt buiten mijn inventarisatie. Van belang voor deze stins als adelshuis zijn drie zaken. Ten eerste biedt de bewaarde woontoren ons het enige bewaarde voorbeeld van een bescheiden stins uit de dertiende eeuw. Ten tweede is de ligging vlak naast het parochiekerkje van Sint-Johanneswald (later met het westelijker gelegen Eslawald het dorp Veenwouden vormend) van belang, een bekend patroon in de wouden en een herinnering aan de betrokkenheid van de adel bij laat-middeleeuwse kerkstichtingen. Ten derde is het interessant dat we uit de verwervingsacte van 1436 enig zicht krijgen op de adel in de woudstreken van Tietjerksteradeel en Dantumadeel. De abdij Klaarkamp en een aanzienlijke leek blijken beide aanspraken gehad te hebben op de goederen Donia in Giekerk en Idszengha in Veenwouden. In de acte werd een vergelijk gemaakt, waarbij de abdij de stins in Veenwouden kreeg, terwijl Donia in lekenhand bleef." SIF: "Dit middeleeuwse torenvormig verdedigingswerk ligt op een omgracht terrein. De aanbouwen dateren uit de 18e en 19e eeuw. Uit een oorkonde van 1439 blijkt dat de Schierstins, 'heten nu itta Schiera Monnika huse in Sinte Johanniswald' kort tevoren door ruil aan het convent Klaarkamp gekomen was en voordien 'Idszengha gude' heette. In de Leeuwarder Courant van 18 en 25 december 1846 en 1 januari 1847 staat een advertentie van Notaris J. Albarda uit Leeuwarden, waarin melding wordt gemaakt van "Eene uitmuntende aangenaam gelegene Buitenplaats met Heeren Huizinge, Zomerhuis, Stalling, Wagenhuis, Tuinmans-woning, Tuinen, Broeijerij en andere annexen (Schierstins genaamd), alsmede 3 stukken vruchtbaar Weidland, aan en bij de Buitenplaats, alles staande en gelegen te Veenwouden", die "Uit de hand te huur voor den tijd van 3 jaren, ingaande de huizen op 12 mei 1847 en overigens op St. Petri 1847. [] thans in gebruik bij Mej. R. Scheltinga Spree." "Bij een bodemkundig onderzoek in 1961 bleek dat de toren nimmer in het water heeft gestaan, en ook oorspronkelijk minder hoog was dan thans. Tot een hoogte van circa 8 m bestaat namelijk het muurwerk uit grauwrode kloostermoppen (7,5 x 31 cm), verwerkt in verband van twee strekken en een kop. Waarschijnlijk was toen boven de eerste serie schietgaten een tongewelf aangebracht. De toegang moet zich aan de oostzijde op de hoogte van deze schietgaten bevonden hebben. De verdieping was bereikbaar door toegangen in de noord en zuid gevels, wellicht middels wegneembare ladders. Toen deze eerste serie schietgaten na de uitvinding van het buskruit geen zin meer hadden, heeft men de begane grond uitgegraven en de bogen dichtgemetseld. De toren is tevens circa 1,5 m verhoogd; dit blijkt uit het metselwerk van dit gedeelte dat bestaat uit rode steen van iets kleiner formaat (8 x 28). De toren werd hogerop ingewelfd boven de toen aangebrachte schietgaten, terwijl over de nu hoge begane grond een nieuw gewelf geslagen werd. Op dit bovenste gewelf lag waarschijnlijk een aarden vloer. Wellicht was de toren van een kanteling voorzien. Een gewelf was noodzakelijk om uitroken te voorkomen. Naderhand is de toren wederom verhoogd, circa 2,5 m met zeer harde geel tot paarse steen van hetzelfde formaat in onregelmatig verband. Toen werden smalle schietsleuven of spiegaten aangebracht. Na de secularisatie is de ruimte op de verdieping als woning ingericht. Vensters en een schouw werden aangebracht. De bovenste overwelving werd verwijderd, terwijl eveneens op de hoogste verdieping vensters kwamen en het gebouw van een kap werd voorzien. In de 18e eeuw werden de zandstenen vensters vervangen door houten schuiframen. Een venster aan de zuidzijde is echter gehandhaafd. Bij de restauratie in 1906 werd dit venster als voorbeeld genomen voor de overige vensters, welke werden gereconstrueerd. Bij deze restauratie stortte de westgevel in en werd in nieuw gebakken handvormsteen herbouwd. Deze restauratie vond plaats onder leiding van architect S. Koldijk. 'Omdat van de oorspronkelijke bouw geen voldoende motieven meer aanwezig waren, is met deze restauratie de toren weer in de toestand gebracht zoals hij was omstreeks 1500'. Helaas is bij de restauratie in 1962 wel getracht de middeleeuwse toestand terug te brengen, waardoor wederom veel origineel werk verloren ging. De vensters werden gedicht met uitzondering van het zandstenen kozijn, dat in 1906 nog in de zuidelijke gevel werd aangetroffen. Dit werd nu naar de noordzijde verplaatst, om aan de zuidzijde door een kopie te worden vervangen. De schietspleten werden zoveel mogelijk heropend. In de 17e eeuw, mogelijk eerder, werd de stins aan de oostzijde met twee aanbouwen uitgebreid, welke op de tekening van J. Stellingwerf uit 1724 staan afgebeeld. Wellicht om de stins op de verdieping toegankelijk te maken van binnen uit, zal men in de 18e eeuw de toegangs-travee hebben verhoogd en van een klokgevel hebben voorzien. De vensters bezaten een kleine ruitverdeling. In de 19e eeuw zijn de gebouwen vergroot en van empire-vensters voorzien. Dit is te zien op een tekening van A. Martin. Ook de stins had tot de restauratie in 1906 vensters met 6-ruiters. Bij de restauratie in 1962 is het 18e-eeuwse karakter van de aanbouwen teruggebracht, waarbij de vensters van kleine ruiten werden voorzien. Hierbij werd tevens de 19e-eeuwse uitbreiding betrokken. Een gietijzeren hek, afkomstig van de R.K.kerk te Irnsum uit 1864, werd aan de noordzijde geplaatst." "De Schiestins is nu een museum." (bron: Aardrijkskundig Woordenboek van Van der Aa; Langs stinsen, states en andere voorname huizen in Friesland, 1979; Leeuwarder Courant van 18 en 25 december 1846; de heer J. van der Boon, Stichting De Schierstins).
PLAATS: Veenwouden
GEBRUIKTE_ONDERGROND: Top 10 NL 2008
HERKOMST_1: CHK States en Stinzen Fryslan 2010
BEHEERDER: Provinsje Fryslan
BRONHOUDER: M.F. Fermo
TYPE_CH_OBJECT: onroerend; landschap
WAARDE: onbekend
JURIDISCHE_STATUS: nog niet gewaardeerd/ in onderzoek
KENMERKENDHEID: onbekend
NEN_3610_KLASSE: gebouw
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/4/attachments/4
TYPE: Stins, Boerderij, State/Buitenplaats
GLOBALID: {E8F49C45-4C02-4426-9094-DA24EF38D11E}
SHAPE_Length: 505.25595962199003
SHAPE_Area: 11192.051294873394
Polygon: [...]