CHK2 (OGCFeatureServer)
ID: 464
OBJECTID: 464
HERKOMST: CHK States en stinzen Fryslan 2010
GEBRUIKTEO: Top10NL 2008
UNIEK_ID: 1298
UNI_NAAM: Oenema of Cammingha
BUI_ID: 298
BUI_NAAM: OENEMA
STI_ID: 370
STI_NAAM: Oenema of Cammingha
STI_PLAATS: Wirdum
BP_ID: 8738
BP_NAAM: Camminga of Oud Oenema (E.)
SIF_ID: 211
SIF_NAAM: Groot-Oenema State (Wirdum)
PNN_ID: 661
PNN_NAAM: Oenema of Cammingha
NAUWKEURIGHEID: Duidelijke ligging
OPM_BEBOUWING: Van de State is niets meer terug te vinden (SIF).
JR_SIF: <1436
OPM_JAAR: Het slot werd in gedeelten, in 1821 en in 1920, afgebroken (Noomen).
OPM_ALGEMEEN: Noomen: "De andere dochter van Wytze Oenema was Wick Oenema. Zij trouwde eerst met Hessel Abbema van Abbema state in Huizum. Na zijn dood hertrouwde zij in 1454 met Watze Abbes, bijgenaamd Dekema (naar de eerste man van zijn moeder). Naar Oenema state, dat Wick in het huwelijk inbracht, werd Watse Abbes ook Watse Oenema genoemd."
"Wytse van Cammingha liet Oenama staeten in zijn testament van 1533 na aan zijn zoon Watse. Diens weduwe Frouck Haerda werd in de personele impositie van 1578 in Marwirderburen aangeslagen als edelvrouw, namelijk voor 12 caroligulden. Tot 1821 behoorde Oenama-Cammingha aan leden van de katholiek gebleven familie Cammingha. Op de state was ook een huiskapel. In het midden van de 17de eeuw werd door Josias Rispens in zijn genealogisch handschrift aan deze state Onnama tot Wirdum nu bewoont by Camminga als wapen toegeschreven: "een Friese halve adelaar, en in goud twee gewende groene veren (of bladeren), boven elkaar". Blijkens een grafsteen uit de Galileërkerk in Leeuwarden, was dit het wapen van Watse Abbes Dekema alias Oenema."
"Het slot werd in gedeelten, in 1821 en in 1920, afgebroken. Het rees uit de gracht op. Inderdaad vertoont de kadastrale minuut het hornleger binnen een ruime gracht en daarbinnen de stins op een pol binnen een eigen gracht. Hellema beschrijft dat de poort uit 1643 eveneens in 1821 werd afgebroken. Een tekening uit het begin van de 20ste eeuw laat de boederij van Oenema-Feitsma en in de verte het silhoet van Oenema-Cammingha zien."
SIF: "Het slot wordt voor het eerst in 1436 genoemd."
"De geschiedenis van Oenemastate is boeiend, maar ingewikkeld. Er zijn namelijk twee states (of stinsen) geweest. Groot Oenema werd ook wel Camminghastate genoemd. Deze state, het slot met de daarbij behorende gebouwen, stond het noordelijkst en lag aan de oude Middelzeedijk, thans de Brédyk. Vroeger markeerde een poort de toegangsweg, waarvoor een ophaalbrug lag. Het slot was omgeven door een brede grachtensingel.
Het is een groot slot geweest met twee vleugels, een menigte grote kamers en een huiskapel. In 1436, het slot is dan vermoedelijk al zeer oud, woonde er ene Wytze Oenema met zijn vrouw His Sjaerdema. Zij hadden vier kinderen, namelijk Feijcke, Oene, Wick en Tieth. Ongetwijfeld is de naam van het slot afkomstig van deze familie.
Oene Oenema verloor het leven in 1463 nabij Irnsum in de zogenaamde Donia-oorlog, één van de veldslagen in de strijd tussen de Schieringers en Vetkopers. Oene’s zus Wick trouwde met Watzes Abbes Dekema. Hun nazaten, die de naam Cammingha hadden aangenomen, hebben steeds op de state gewoond. De tweede zuster, Tieth, huwde Jelger Feytsma thoe Jelgersma. Dit echtpaar en hun kinderen bewoonden de zuidelijke state, die we als Oud- of Klein-Oenema State kennen.
In 1560 is de state eigendom van Watze van Cammingha. De beroemde generaal Wytze Watze van Cammingha woonde in 1584 op de State. Hij was de man van de 12 W’s: “wie wil weten waar Wytze Watze woont, Wytze Watze woont west Wirdum”. Hij stierf in 1612.
In 1653 ontving zijn zoon Watze Wytze de apostolische vicaris Zacharias Metz op Cammingha State, want de Cammingha’s waren en bleven Rooms Katholiek. Het zijn in hoofdzaak de Cammingha’s geweest die ervoor hebben gezorgd dat de RK parochie van Wijtgaard na de Reformatie is blijven bestaan. In 1755 werd deze familie, met steeds een Wytze Watze of Watze Wytze aan het hoofd, ook eigenaar van Oud- of Klein-Oenema State.
Een dochter van de in 1764 overleden laatste Watze Wytze van Cammingha schonk twee zilveren armkandelaars aan de kerk van Wijtgaard. Die worden nu in het Fries Museum bewaard. Dan is het einde van de state eigenlijk al in zicht. In april 1793 houdt Adriaan Speijart de Woerde uit pure armoede boelgoed op Cammingha State, waarbij hij onder andere 6 originele schilderijen van Margaretha de Heer verkocht. Toch heeft het huis de periode overleefd van de Franse overheersing, waarin veel oude stinzen, states en buitens zijn gesloopt wegens gebrek aan geld òf gebrek aan bouwmaterialen(!). In 1821 kocht timmerman Rondema van Sneek voor ca. ƒ 4.000 de oostelijke vleugel van het huis met de “aanzienlijke stalling” en de grote schuur op afbraak. Ook de poort werd toen afgebroken. Het resterende bezit was na 1821 in handen van Tjalling Minne van Asbeck en zijn vrouw Susanna Barbara van Cammingha, de schoonouders van Reinier baron van Middachten. Het gespaarde deel van het huis werd na 1821 bewoond door R. de Boer.
In 1909 ging opnieuw een deel van het huis tegen de vlakte en het restant van het eens zo roemrijke slot van de Oenema’s en de Cammingha’s is in 1920/’21 gesloopt, de grachten zijn toen gedempt en het land behoorde vanaf dat moment bij de Oud-Oenema State.
De uitbouw van de kerk te Wirdum is de begraafkapel van de Oenema’s en de Cammingha’s geweest. Ook zal het familiealtaar hier hebben gestaan."
"Van de State is niets meer terug te vinden."
PLAATS: Wirdum
GEBRUIKTE_ONDERGROND: Top 10 NL 2008
HERKOMST_1: CHK States en Stinzen Fryslan 2010
BEHEERDER: Provinsje Fryslan
BRONHOUDER: M.F. Fermo
TYPE_CH_OBJECT: onroerend; landschap
WAARDE: onbekend
JURIDISCHE_STATUS: nog niet gewaardeerd/ in onderzoek
KENMERKENDHEID: onbekend
NEN_3610_KLASSE: gebouw
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/4/attachments/4
TYPE: Stins, Boerderij, State/Buitenplaats
GLOBALID: {8312E3C2-A745-4488-829D-B877D8E16DB0}
SHAPE_Length: 593.1062691605957
SHAPE_Area: 21601.45210519396
Polygon: [...]