ArcGIS REST Services Directory Login | Get Token
JSON

CHK2 (OGCFeatureServer)


ID: 510
OBJECTID: 510
HERKOMST: CHK States en stinzen Fryslan 2010
GEBRUIKTEO: Top10NL 2008
UNIEK_ID: 2303
UNI_NAAM: Jellema steenhuys
BUI_ID: 0
STI_ID: 303
STI_NAAM: Jellema steenhuys
STI_PLAATS: Kollum
SIF_ID: 345
SIF_NAAM: Jellema Steenhuys
PNN_ID: 289
PNN_NAAM: Jellema steenhuys
OPM_NAAM: Jellemahuysinge, Oostenburg (SIF).
NAUWKEURIGHEID: Duidelijke ligging
OPM_CONTOUR: Contour ingetekend op basis beschrijving Noomen (" Een latere eigenaar, de grietman Eyso de Wendt, bouwde op het terrein na 1773 de buitenplaats Oostenburg") en de kaart van 1832 (bezittingen Erven Eco de Wendt).
BEBOUWING: TOP10NL 2008
OPM_BEBOUWING: Van de Stins/State is niets meer terug te vinden. Het is niet bekend of van de buitenplaats nog iets terug te vinden is (SIF).
JR_NOOMEN: <1511
JR_SIF: <1511
OPM_JAAR: Voor 1700 werd het steenhuis afgebroken. Op het terrein werd buitenplaats Oostenburg gebouwd. Hiervan werden de bijgebouwen in 1836 op afbraak verkocht, terwijl het huis werd omgebouwd tot armenhuis. (Noomen, SIF).
OPM_ALGEMEEN: Noomen: "Jellema werd in 1511 als Jellema steenhuys vermeld. Het werd toen door Gerloff Jellema en Wytthye syn wyff bewoond. Zij waren de stamouders van de eigenerfde familie Jellema en de daaruit in vrouwelijke lijn stammende familie Poppius à Jellema. Binnen deze families vererfde het huis (en werden aandelen erin onderling verkocht) tot 1653, toen het buiten de familie werd verkocht. Het steenhuis stond op't Hoge hiem in't zuydt van Colmerbuyren. Naar het dorp liep een laan die werd afgesloten door de nog in 1634 vermelde Jellemapoorte. In de 17de eeuw werden ook de Jellema steeg, Jellema kleine fenne, Jellemacamp, de Tillecamp gelegen bij Jellemaheerdt en de Jellemalanden genoemd. Voor 1700 werd het steenhuis afgebroken. Een latere eigenaar, de grietman Eyso de Wendt, bouwde op het terrein na 1773 de buitenplaats Oostenburg. Behalve uit het in 1511 genoemde steenhuis en de ligging dichtbij het dorp, blijkt het belang van Jellema ook uit de pretentie dat de prebende van het Heilig Sacrament in de kerk van Kollum was gesticht bij 't geslagte van Jellema ende eenige van Bootsma ende Faesma." SIF: "De stins wordt in 1511 vermeld, maar is van (veel) oudere oorsprong." Met betrekking tot Oostenburg: "In 1773 kocht Eyso de Wendt van Jacobus Fruitier en Aricia Bieruma (…) het voormalige Jellemastate. (…) Meteen na de aankoop liet hij de oude gebouwen slopen en stichtte hij er het buiten Oostenburg. (…) In 1836 werd “de Heerenhuizinge, de steenen berg en het zomerhuis aan de Dockumer trekvaart” volgens mr. Andreae afgebroken en door Leonardus en de andere erfgenamen voor afbraak verkocht. (…) De grietenij zou de grond waarop het huis had gestaan hebben aangekocht en op de fundamenten van het herenhuis een armhuis hebben laten bouwen. Bij vergelijking van de tekening van vóór de “afbraak” met de foto van maart 1982 dringt zich echter het vermoeden op dat in 1836 wel de stenen berg, het zomerhuis aan de vaart en de aanbouwen van het huis wellicht zijn gesloopt, maar dat het grote huis zelf niet afgebroken is maar verbouwd tot armhuis. De totale bouwmassa, de hoogte van de daken en de onderkelderde straatzijde vertonen een wel èrg sterke gelijkenis met het oude buiten. Alleen de hoofdingang met het hoge bordes en de ‘Vlaamse gevel’ ontbreekt. Ook schrijvers uit de 19e eeuw zijn het niet eens omtrent de ‘afbraak’. Mr. Andreae schrijft dat Teenstra, duidelijk ten onrechte, schrijft dat de state in 1820 afgebroken is terwijl Terwen omstreeks 1856, dus 20 jaar ná de bovengenoemde “afbraak” in 1836, het huis als nog bestaand vermeldt. Volgens de tekening in de collectie van het Fries Museum bestond het gebouw uit een hoog onderkelderd gebouw van negen traveeën breed met een brede ingang in het midden, die door een dubbele stoep bereikbaar was. In de stoep bevond zich de toegang tot het onderhuis. De ingang die uit dubbele deuren bestond, was omlijst door brede pilasters die een kroonlijst droegen. Daarboven voor het dak een even brede dakkapel met een enkel breed en halfrond gesloten venster. De kapel had naast het venster gesneden ornament en was recht gesloten door een lijst op consoles(?). Mogelijk was in 1837 een bekroning van de kapel verdwenen. Boven de smalle middelste dammen tussen de vensters van de begane grond stonden dakkapellen, waarvan de vensters ook halfrond gesloten waren. De tekenaar geeft het gezwenkte omlijstingen en bekroningen. Alle vensters hebben kleine ruiten tussen roeden, in de begane grond als 5 x twee maal vier getekend. Het huis lijkt op het eerste gezicht een vrij steil omgaand zadeldak met vier hoekschoorstenen te hebben, maar bij nadere beschouwing is aannemelijk dat de kapconstructie gelijk was aan de huidige situatie. Aan de rechterzijde had het huis een twee vensters brede aanbouw onder zelfstandig dak (mogelijk een dienstwoning) en aan de linkerzijde bevonden zich de stallen enz. in een zes traveeën breed gebouw van begane grond en halve verdieping. Daar er geen schoorstenen op getekend zijn, moet men aannemen dat daar niet verwarmd kon worden." "Van de Stins/State is niets meer terug te vinden." (bron: Jan Leemburg; “Kollumerland en Nieuw Kruisland” door mr. A.J. Andreae, 1883-1885; “De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners”, P.N. Noomen, 2009).
PLAATS: Kollum
GEBRUIKTE_ONDERGROND: Top 10 NL 2008
HERKOMST_1: CHK States en Stinzen Fryslan 2010
BEHEERDER: Provinsje Fryslan
BRONHOUDER: M.F. Fermo
TYPE_CH_OBJECT: onroerend; landschap
WAARDE: onbekend
JURIDISCHE_STATUS: nog niet gewaardeerd/ in onderzoek
KENMERKENDHEID: onbekend
NEN_3610_KLASSE: gebouw
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/4/attachments/4
TYPE: Stins
GLOBALID: {B9403464-ACE8-45F7-BBB1-9C753FBDA4BC}
SHAPE_Length: 2627.144600086982
SHAPE_Area: 252013.94801485242
Polygon: [...]