ArcGIS REST Services Directory Login | Get Token
JSON

CHK2 (OGCFeatureServer)


ID: 524
OBJECTID: 524
HERKOMST: CHK States en stinzen Fryslan 2010
GEBRUIKTEO: Top10NL 2008
UNIEK_ID: 1002
UNI_NAAM: Jelmera, later Cammingha
BUI_ID: 2
BUI_NAAM: CAMMINGHA
STI_ID: 5
STI_NAAM: Jelmera, later Cammingha
STI_PLAATS: Ballum
SIF_ID: 48
SIF_NAAM: Camminghaslot
PNN_ID: 43
PNN_NAAM: Jelmera, later Cammingha
OPM_NAAM: Jelmera State, kasteel Cammingha (SIF).
NAUWKEURIGHEID: Duidelijke ligging
OPM_CONTOUR: Contour ingetekend op basis ligging locatie Stinzen en Buitenplaatsen, en omschrijving Noomen en SIF (perceel kaart 1832).
BEBOUWING: TOP10NL 2008
OPM_BEBOUWING: Van het kasteel is niets meer terug te vinden (SIF).
JR_NOOMEN: <1450
JR_SIF: 1400
OPM_JAAR: In 1828 afgebroken (Noomen).
OPM_ALGEMEEN: Noomen: "In het begin van de 15de eeuw verschijnt Ritske op Ameland in de bronnen als hoofdeling op het eiland. In 1450 liet Ritscke Jelmera zijn goederen na aan zijn zonen. Hij was zelf in Ternaard gedoopt. Aan de patroonheilige Sint-Magnus van Hollum, tot welke parochie Ballum nog behoorde, liet hij een geldbedrag na. Bovendien verplichtte hij zijn erfgenamen een kapel gewijd aan Sint-Barbara te stichten en het onderhoud van een priester te bekostigen. Uit deze slotkapel zou de kerk van Ballum groeien. Haye Cammingha liet in zijn testament van 1486 Jelmera staetha up Aemland na aan zijn zoon Peter Cammingha. De huussteeden thoe Ballum kwamen aan diens zuster Syoeck; de "penningshuur", grondpacht in Ballum en Hollum, verdeelde hij onder zijn kinderen. Peter Cammingha liet in 1521 Jelmere staten wp Amland met feer en eer en met "de heerlijkheid zoals die bij de state en bij Ameland horen en daarbij alle landen die ik bij het huis heb gebruikt" na aan zijn zoon Wittie Cammingha. Indien de state op Ameland te lijden zou hebben van "gevaar van de zee en angst vanwege kwade mensen", zou de schade mede voor rekening van Peters andere erfgenamen zijn. Wythie van Camminga testeerde op zijn beurt in 1541. Als hij op Jelmerastate zou sterven wilde hij begraven worden bij zijn moeder Fouwel Camminga in Hollum; als hij in Friesland zou sterven in de St.-Catharinakerk in Leeuwarden, van Camminga geslacht gefundeert. Beide kerken gaf hij ook grond. Die van Hollum een stucke landts gelegen op't noordt van die voirs. kercke aen die kerckemuyre,dat hij van "iemand Mesen geheten" had gekocht. De state met de heerlijkheid zouden op Hayo Camminga, zijn broer, moeten vererven volgens het testament van zijn vader Pieter Camminga. De landerijen zouden altijd bij de state en de heerlijkheid moeten blijven. Op de grote grafsteen van de Cammingha's op het kerkhof van Ballum uit 1552 blijkt dat de Cammingha's naast hun familiewapen voor de heerlijkheid een apart heerlijkheidswapen voerden: de schuine balken. In de zestiende eeuw zou rond de Cammingha's, de heerlijkheid Ameland, de kerk van Hollum, de zogenaamde Willibrord-dobbe bij Nes en de voormalige kloostergoederen op Ameland van het bij Ferwerd gelegen klooster Foswerd een omvangrijke mythevorming plaats hebben. Tot 1680 zou de heerlijkheid in handen van de familie Cammingha blijven. Cammingha- of Jelmera-state werd in 1604 verfraaid met aanbouwen en vele renaissanceornamenten, hoewel aan de achtergevel de middeleeuwse stins nog wel te zien was. Het huis werd in 1828 afgebroken. Over de grafkelder die ooit binnen de Sint-Barbarakerk lag, werd na afbraak van die kerk het lijkenhuisje op het kerkhof op het kerkhof gebouwd. De grote grafsteen is daarin nog aanwezig." SIF: "Het huis werd aan het begin van de 15e eeuw gebouwd." 'Het dorp Ballum was vroeger de belangrijkste plaats van het eiland Ameland. De stichter van het slot is Ritske van Jelmera, de stamvader van de latere Vrij- en Erfheren van Ameland. De bouw van het kasteel vond aan het begin van de vijftiende eeuw plaats en het werd oorspronkelijk de Jelmera State genoemd. Later stond het gebouw bekend als het kasteel Cammingha. Aan het begin van de 17e eeuw blijkt het kasteel te zijn vervallen en wordt dan door Sicke van Cammingha en zijn vrouw Catharina van Herema in 1604 vernieuwd. Het kasteel was omringd door uitgestrekte bossen en tuinen en was eeuwenlang het voornaamste sieraad van Ameland. Omdat de twee kloosters die Ameland kende, al verdwenen waren, moesten voor de herbouw van het kasteel de stenen per tjalk over de Waddenzee aangevoerd worden. Dit alleen al kostte een vermogen... Met de dood van Frans Duco van Cammingha sterft de familie Cammingha uit. Zijn moeder Rixt van Donia blijft nog in het huis wonen tot haar dood in 1681. Het kasteel vererft dan op de familie Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg evenals de aanzienlijke bezittingen van de Cammingha's in Leeuwarden. In 1704 verkopen zij het slot met het eiland Ameland aan Johan Willem Friso van Oranje-Nassau. Zijn afstammelinge Koningin Beatrix voert nog steeds de titel Vrijvrouwe van Ameland. Na de Franse Revolutie van 1795 werd het bezit geconfiskeerd. Nadat Nederland weer een Koninkrijk geworden was, werd Ameland een grietenij en werd de Overijsselse edelman Walraven Robert baron van Heeckeren de eerste grietman. Tot 1828 woonde hij in het kasteel. In dat jaar werd het onbewoonbaar verklaard, de baron verhuisde naar een ambtswoning in Nes en het slot werd in juli 1828 afgebroken. Zoals hierboven vermeld werd het slot in 1604 vernieuwd en kreeg het een renaissancekarakter met overdadige versieringselementen (noordelijke maniërisme). De uitstraling is te vergelijken met de Heringa State te Marssum, maar het Amelander Slot was veel groter. Via bewaard gebleven afbeeldingen van J. Gardenier Visser krijgen we een goed beeld van het slot. De bouwstijl van het kasteel is duidelijk begin 17e eeuws, hoewel het ook voorzien was van bijvoorbeeld rondboogfriezen en -nissen en sierlijk gemetselde schoorstenen in laatgotische stijl uit de 15e eeuw. Het zou eventueel mogelijk kunnen zijn, dat deze laatgotische stijl toch nog is toegepast bij de verbouwing van 1604. Het L-vormige hoofdgebouw bestond uit twee vleugels gedekt door zadeldaken. De hoofdvleugel bezat tuitgevels, terwijl de andere vleugel een onversierde trapgevel bezat. In de binnenhoek stond een hoge en forse achtzijdige toren. Deze toren was 5 verdiepingen hoog en werd bekroond door een balustrade en een ingesnoerde naaldspits met een flinke ui-vormige verdikking. De voorgevel was op de benedenverdieping voorzien van kruisvensters en op de verdieping van halve kruisvensters. In het midden van die gevel was de grote en zeer rijk versierde toegangspartij aangebracht. Deze toegangspartij bestond uit een brede rondbogige poort omgeven door zuilen, nissen, een kroonlijst en een wapenplaat. De andere, kortere vleugel was veel eenvoudiger. Tegen de begane grond waren eenvoudige gebouwen met lezenaarsdaken aangebouwd, mogelijk waren dit de stallen. Het kasteel beschikte ook over een poortgebouw, dat echter niet over de gracht als verdediging, maar als tweede monumentale toegangspartij diende. Deze poort had een rondbogige poort, geflankeerd door halfzuilen, terwijl de verdieping bij de poortdoorgang twee rondboogvensters. Ook had de poort een fronton, waarop waarschijnlijk wapens (van de Cammingha's) waren aangebracht. Het geheel vormde een gebouwencomplex van kasteelachtige allure, een monument uit de aanvang van de Gouden Eeuw." "Van het kasteel is niets meer terug te vinden." (bron: Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992; kranteartikel: Zó mooi was het slot te Ballum).
PLAATS: Ballum
GEBRUIKTE_ONDERGROND: Top 10 NL 2008
HERKOMST_1: CHK States en Stinzen Fryslan 2010
BEHEERDER: Provinsje Fryslan
BRONHOUDER: M.F. Fermo
TYPE_CH_OBJECT: onroerend; landschap
WAARDE: onbekend
JURIDISCHE_STATUS: nog niet gewaardeerd/ in onderzoek
KENMERKENDHEID: onbekend
NEN_3610_KLASSE: gebouw
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/4/attachments/4
TYPE: Stins, State/Buitenplaats
GLOBALID: {7D0601FA-78EA-4E91-844B-5DD3198A9B0B}
SHAPE_Length: 856.5456064752979
SHAPE_Area: 41490.33000008676
Polygon: [...]