ArcGIS REST Services Directory Login | Get Token
JSON

CHK2 (OGCFeatureServer)


ID: 465
OBJECTID: 465
ID_ROUTE: 5
ID_WT: 5-11
ID_GB: 5-11-11
NAAM_ROUTE: Heeg-Woudsend-Lemmer
NAAM_WATERWEG: Wâldseinster Rakken
NAAM_NL: Woudsenderrakken
AARD: vaarweg
FUNCTIE_1: Vaarweg
PERIODE_FUNCTIE_1: <1832
ZICHTBAAR: Ja
VOORVAL: Aanleg
PERIODE: <1832
OPMERKINGEN_1: Bestaand in 1832 (10). Woudsend: "Het ontleent zijnen naam van zijne ligging, aan het einde van het meer de Fluessen, welke waterplas,- naar hetgeen oude kronijkschrijvers opgeven , in overoude tijden , een uitgebreid woud of bosch, genaamd de Groote Kreil, zou geweest zijn , waarin zichauer-ossen ophielden, en alwaar de Friesche Koningen en grooten zich met jagen plegen te vermaken, doch dat naderhand, men weet niet door welk toeval, uigebrand en in een meer zou veranderd zijn" (2). "Woudsend heeft het Heegermeer ten N.W., het Slootermeer ten z., de Wymerts ten N., de Welle ten N.O. en het Koevordermeer verder oostwaarts. Vandaar, dat alle schepen die van Sneek en Ijlst naar Slooten, de Lemmer of de Kuinre bestemd zijn, deze plaats voorbijvaren en veelal aandoen, welke menigvuldige doortogt deze aanzienlijke plaats zeer veel levendigheid bijzet" (2). Situatie 1957: bevaarbaarheid 250 ton. Los- en laadplaats te Woudsend (23).
GEBRUIKTE_ONDERGROND: Top 10 NL 2008
AARD_OMSCHR: Tot de vaarwegen behoren trekvaarten, zeilvaarten, veenvaarten en jonge kanalen.Trekvaarten zijn kanalen die zijn voorzien van een pad of weg op één van de oevers. Op dit jaagpad of deze trekweg liepen het paard, dat de trekschuit met een touw, de zogenoemde jaaglijn, voorttrok, en de jager, die het paard mende. Soms werd de schuit voortgetrokken door de schipper zelf of een familielid. De eerste trekvaart in Fryslân liep tussen Harlingen en Leeuwarden, en werd geopend in 1646. Daarna kwam een stelsel van trekvaarten tot stand, waarbij ook nieuwe trek-vaarten werden gegraven. Langs het bestaande of het nieuwe kanaal werden de jaagpaden aange-legd -met herbergen als verversingsstations- voor mens en paarden en rolpalen geplaatst om de jaaglijn door de bochten van de kanalen te leiden. De trekschuiten werden voornamelijk gebruikt voor personenvervoer.In het oosten en zuidoosten van de provincie zijn vanaf ongeveer 1500 vaarten gegraven ten behoeve van de exploitatie van veengebieden voor de turfwinning: de zogenoemde veenvaarten en Compagnonsvaarten. Haaks op deze vaarten groef men grote aantallen dwarskanaaltjes, de zogeheten wijken. Over de vaarten en wijken werd de turf vervoerd. Langs de Compagnonsvaarten bleven enkele karakteristieke schutsluizen met bijbehorende sluiswachter woningen intact.Het transport over het water is in Fryslân tot en met het tweede kwart van de twintigste eeuw belang-rijker geweest dan het vervoer over land. De gebrekkige verkeers- en afwateringsfunctie van veel vaarten ten gevolge van ouderdom en achterstallig onderhoud, leidde vanaf het einde van de negen-tiende eeuw tot het graven van enkele nieuwe kanalen.
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/12/attachments/11
GLOBALID: {5E70B385-505B-4E33-B571-029A28F3FBFE}
SHAPE_Length: 2080.565133004225
MultiLineString: [...]