CHK2 (OGCFeatureServer)
ID: 503
OBJECTID: 503
ID_ROUTE: 17
ID_WT: 17-1
ID_GB: 17-1-22
NAAM_ROUTE: Schenkenschans-Sneek (de Zwette)
NAAM_WATERWEG: De Swette
NAAM_NL: Sneekertrekvaart of Zwette
AARD: vaarweg
FUNCTIE_1: Vaarweg
PERIODE_FUNCTIE_1: 1500-
OPMERKINGEN: De Zwettevaart of Zwette was oorspronkelijk grenssloot tussen Oostergo en Westergo, gegraven in de veertiende eeuw. In de vijtiende of zestiende eeuw werd zij verbreed en verdiept, zodat zij als vaarwater gebruikt kon worden. Daarna werd zij nog verschillende malen verruimd. Haar functie als trekvaart stamt uit de zeventiende eeuw. Door de aanleg van het nieuwe kanaalvak ten zuiden van Leeuwarden in de jaren 1947-1950 werd het noordelijkste deel van de Zwettevaart afgesneden en over een lengte van 0,65 km gedempt. De Zwettevaart begon oorspronkelijk aan het Galgediep, 1 kilometer ten westen van de Zuiderstadgracht te Leeuwarden (1).
ZICHTBAAR: Ja
VOORVAL: Demping
PERIODE: >1930
OPMERKINGEN_1: Op de kaart van 1930 is de oorspronkelijke loop nog zichtbaar (9). Op de kaart van 2008 is de vaart rechtgetrokken. Het afgesneden deel is gedempt (8).
GEBRUIKTE_ONDERGROND: Top 10 NL 2008
AARD_OMSCHR: Tot de vaarwegen behoren trekvaarten, zeilvaarten, veenvaarten en jonge kanalen.Trekvaarten zijn kanalen die zijn voorzien van een pad of weg op één van de oevers. Op dit jaagpad of deze trekweg liepen het paard, dat de trekschuit met een touw, de zogenoemde jaaglijn, voorttrok, en de jager, die het paard mende. Soms werd de schuit voortgetrokken door de schipper zelf of een familielid. De eerste trekvaart in Fryslân liep tussen Harlingen en Leeuwarden, en werd geopend in 1646. Daarna kwam een stelsel van trekvaarten tot stand, waarbij ook nieuwe trek-vaarten werden gegraven. Langs het bestaande of het nieuwe kanaal werden de jaagpaden aange-legd -met herbergen als verversingsstations- voor mens en paarden en rolpalen geplaatst om de jaaglijn door de bochten van de kanalen te leiden. De trekschuiten werden voornamelijk gebruikt voor personenvervoer.In het oosten en zuidoosten van de provincie zijn vanaf ongeveer 1500 vaarten gegraven ten behoeve van de exploitatie van veengebieden voor de turfwinning: de zogenoemde veenvaarten en Compagnonsvaarten. Haaks op deze vaarten groef men grote aantallen dwarskanaaltjes, de zogeheten wijken. Over de vaarten en wijken werd de turf vervoerd. Langs de Compagnonsvaarten bleven enkele karakteristieke schutsluizen met bijbehorende sluiswachter woningen intact.Het transport over het water is in Fryslân tot en met het tweede kwart van de twintigste eeuw belang-rijker geweest dan het vervoer over land. De gebrekkige verkeers- en afwateringsfunctie van veel vaarten ten gevolge van ouderdom en achterstallig onderhoud, leidde vanaf het einde van de negen-tiende eeuw tot het graven van enkele nieuwe kanalen.
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/12/attachments/11
GLOBALID: {B2E23A65-E24D-4F30-A057-28112C95FEF6}
SHAPE_Length: 365.30311591729117
MultiLineString: [...]