CHK2 (OGCFeatureServer)
ID: 226
OBJECTID: 226
ID_ROUTE: 9
ID_WT: 9-1
ID_GB: 9-1-1
NAAM_ROUTE: Oudeschouw-Gorredijk
NAAM_WATERWEG: Kromme Knjilles
NAAM_NL: Kromme Knilles
AARD: vaarweg
FUNCTIE_1: Vaarweg
PERIODE_FUNCTIE_1: 0-
OPMERKINGEN: Is op oude kaarten aangegeven als onderdeel van de Boorne.
ZICHTBAAR: Ja
VOORVAL: Aanleg
PERIODE: 0
OPMERKINGEN_1: Oorspronkelijke loop (10).
Zij ontspringt in het oostelijke gedeelte der griet. Opsterland, Dit het Mieuwe- of Mieukemeer, stroomt van daar, onder den naam van Koningsdiep, in ontelbare krommingen, met eene westzuidwestelijks rigting, midden door die grietenij, voorbij de dorpen Duurswoude, Wynjeterp, Hemrik en Lippenhuizen ten Z., en Ureterp en Olterterp ten N., tot onder Beetsterzwaag. In hare beginsels gering, is zij vervolgens op vele plaatsen droog; maar bij bet laatstgemelde dorp wordt zij weder wijder en voor grootere schepen bevaarbaar, nemende, met eene noordwestelijke rigting, tevens den naam van Boorn aan. Een uur gaans N. 0. van Oldeboorn, in de griet. Utingeradeel komende, vervolgt zij haren loop in verschillende rigtingen en onophoudelijke krommingen door deze grietenij, voorbij en door Oldeboorn, Henswoude, Nes, Akkrum en Dijkhuisterzijl, tot dat zij, allengs verwijdende, zich bij de Oude-Schouw met de Grou vereenigt, en door de Wetering in het Sneekermeer valt (2).
ZICHTBAAR_1: Ja
GEBRUIKTE_ONDERGROND: Top 10 NL 2008
AARD_OMSCHR: Tot de vaarwegen behoren trekvaarten, zeilvaarten, veenvaarten en jonge kanalen.Trekvaarten zijn kanalen die zijn voorzien van een pad of weg op één van de oevers. Op dit jaagpad of deze trekweg liepen het paard, dat de trekschuit met een touw, de zogenoemde jaaglijn, voorttrok, en de jager, die het paard mende. Soms werd de schuit voortgetrokken door de schipper zelf of een familielid. De eerste trekvaart in Fryslân liep tussen Harlingen en Leeuwarden, en werd geopend in 1646. Daarna kwam een stelsel van trekvaarten tot stand, waarbij ook nieuwe trek-vaarten werden gegraven. Langs het bestaande of het nieuwe kanaal werden de jaagpaden aange-legd -met herbergen als verversingsstations- voor mens en paarden en rolpalen geplaatst om de jaaglijn door de bochten van de kanalen te leiden. De trekschuiten werden voornamelijk gebruikt voor personenvervoer.In het oosten en zuidoosten van de provincie zijn vanaf ongeveer 1500 vaarten gegraven ten behoeve van de exploitatie van veengebieden voor de turfwinning: de zogenoemde veenvaarten en Compagnonsvaarten. Haaks op deze vaarten groef men grote aantallen dwarskanaaltjes, de zogeheten wijken. Over de vaarten en wijken werd de turf vervoerd. Langs de Compagnonsvaarten bleven enkele karakteristieke schutsluizen met bijbehorende sluiswachter woningen intact.Het transport over het water is in Fryslân tot en met het tweede kwart van de twintigste eeuw belang-rijker geweest dan het vervoer over land. De gebrekkige verkeers- en afwateringsfunctie van veel vaarten ten gevolge van ouderdom en achterstallig onderhoud, leidde vanaf het einde van de negen-tiende eeuw tot het graven van enkele nieuwe kanalen.
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/12/attachments/11
GLOBALID: {8734D4A9-8F77-4B24-BC3F-F1B76ACA3F3D}
SHAPE_Length: 3447.49414817852
MultiLineString: [...]