ArcGIS REST Services Directory Login | Get Token
JSON

CHK2 (OGCFeatureServer)


ID: 754
OBJECTID: 754
ID_ROUTE: 35
ID_WT: 35-2
ID_GB: 35-2-2
NAAM_ROUTE: Berlikum-Franeker
NAAM_WATERWEG: De Rie
NAAM_NL: Ried
AARD: vaarweg
FUNCTIE_1: Vaarweg
PERIODE_FUNCTIE_1: 0-
ZICHTBAAR: Ja
VOORVAL: Aanleg
PERIODE: 0
OPMERKINGEN_1: Riedstroom: vermoedelijk een zeer oud riviertje, dat oorspronkelijk bij Berlicum in de Middelzee viel (1). Bestaand in 1832 (10). Op de kaart van 2008 is de vaart ten opzichte van de situatie in 1832 niet wezenlijk veranderd, en is de vaart nog steeds doorlopend (8). "Ried (de), riv. (…) welke bij Berlikum in de griet Menaldumadeel, aan den ouden Zeedijk, ontstaat, in eene zuidwestelijke rigting de griet. Burradeel van Menaldumadeel scheidt, voorts in Franekeradeel, langs Ried en Boer vloeit, bij Dongjum eene zuidelijke strekking naar Franeker aanneemt, en, van die stad in eene westnoordwesteiijke rigting door de Getserderzijl langs Wynaldum vloeit en zich door de Roptazijl in de Zuiderzee ontlast. Deze riv. geeft onderscheidene takken als dorpsvaarten af. Het is zeer waarschijnlijk dat De Ried , vroeger in de zelfde zuidwestelijke rigting lusschen Dongjum in Gelserder-zijl, als één stroom voortgeloopen zal hebben. De lagere ligging der landen aldaar en het voormalig Dongjumer-meer, tusschen beide deze punten gelegen, doen zulks vooral vermoeden. Zeer waarschijnlijk heeft Franeker, aan geen hoofdvaart of gemeenschap met de zee gelegen; ter bevordering harer belangen, is de loop van De Ried verlegd en de beide takken gegraven, welke thans van Dongjum en Getserder-zijl naar de stadsgracht strekken" (2). Situatie 1957: Bevaarbaarheid 60 ton. Stoomvaartuigen worden niet toegelaten (23).
GEBRUIKTE_ONDERGROND: Top 10 NL 2008
AARD_OMSCHR: Tot de vaarwegen behoren trekvaarten, zeilvaarten, veenvaarten en jonge kanalen.Trekvaarten zijn kanalen die zijn voorzien van een pad of weg op één van de oevers. Op dit jaagpad of deze trekweg liepen het paard, dat de trekschuit met een touw, de zogenoemde jaaglijn, voorttrok, en de jager, die het paard mende. Soms werd de schuit voortgetrokken door de schipper zelf of een familielid. De eerste trekvaart in Fryslân liep tussen Harlingen en Leeuwarden, en werd geopend in 1646. Daarna kwam een stelsel van trekvaarten tot stand, waarbij ook nieuwe trek-vaarten werden gegraven. Langs het bestaande of het nieuwe kanaal werden de jaagpaden aange-legd -met herbergen als verversingsstations- voor mens en paarden en rolpalen geplaatst om de jaaglijn door de bochten van de kanalen te leiden. De trekschuiten werden voornamelijk gebruikt voor personenvervoer.In het oosten en zuidoosten van de provincie zijn vanaf ongeveer 1500 vaarten gegraven ten behoeve van de exploitatie van veengebieden voor de turfwinning: de zogenoemde veenvaarten en Compagnonsvaarten. Haaks op deze vaarten groef men grote aantallen dwarskanaaltjes, de zogeheten wijken. Over de vaarten en wijken werd de turf vervoerd. Langs de Compagnonsvaarten bleven enkele karakteristieke schutsluizen met bijbehorende sluiswachter woningen intact.Het transport over het water is in Fryslân tot en met het tweede kwart van de twintigste eeuw belang-rijker geweest dan het vervoer over land. De gebrekkige verkeers- en afwateringsfunctie van veel vaarten ten gevolge van ouderdom en achterstallig onderhoud, leidde vanaf het einde van de negen-tiende eeuw tot het graven van enkele nieuwe kanalen.
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/12/attachments/11
GLOBALID: {2D6CAA62-0790-4A5C-862D-50531F69BB3A}
SHAPE_Length: 2615.1878091008534
MultiLineString: [...]