CHK2 (OGCFeatureServer)
ID: 795
OBJECTID: 795
ID_ROUTE: 2
ID_WT: 2-2
ID_GB: 2-2-3
NAAM_ROUTE: Stroobos- Het Oudhof
NAAM_WATERWEG: Knillesdjip
NAAM_NL: Casper Robles- of Kolonelsdiep
AARD: vaarweg
FUNCTIE_1: Vaarweg
PERIODE_FUNCTIE_1: <1571
OPMERKINGEN: Casper Robles- of Kolonelsdiep
ZICHTBAAR: Ja
VOORVAL: Aanleg
PERIODE: 1571
OPMERKINGEN_1: Vermoedelijk in 1571 aangelegd door de Gouverneur van Friesland, Groningen, de Ommelanden en Drenthe, Kolonel Caspar de Robles. Het kanaalgedeelte tussen Gerbenallesverlaat en de omlegging, ten zuiden van Kootstertille, werd verruimd in de jaren 1938 en 1939. De omlegging werd in 1937 en 1938 uitgevoerd. Het gedeelte tussen de omlegging en het Bergumermeer werd in 1941 verruimd (1).
Uit Van der Aa: "Casper-Roblesdiep of Kolonelsdiep, gemeenlijk, bij verbastering, Kornelsdiep genoemd, vaart, prov. Friesland, kw. Oostergoo. Deze vaart ontleent haren naam van den Spanjaard Caspar de Robles, Stadhouder over Friesland en Groningen , van wege den Koning van Spanje , die haar heeft doen graven. Zij komt uit het Bergumermeer,
bij Schuilenburg, in de griet. Tietjerksteradeel, loopt eerst oostwaarts tot zij in de griet. Achtkarspelen komt, neemt vervolgens eerst eene noordoostelijke, later eene oostelijke en vervolgens weder eene
noordoostelijke strekking, snijdt bij de Gaw de vaart van Leeuwarden naar Groningen door, neemt, bij Gerkesklooster, de Oud-Veenstervaart op, schiet van daar, in eene meer noordelijke rigting, naar de grenzen van Groningen, welke zij in eene zuidoostelijke strekking langs loopt, tot zij zich bij Schalkendam met de Lauwers vereenigt" (2).
ZICHTBAAR_1: Ja
GEBRUIKTE_ONDERGROND: Top 10 NL 2008
AARD_OMSCHR: Tot de vaarwegen behoren trekvaarten, zeilvaarten, veenvaarten en jonge kanalen.Trekvaarten zijn kanalen die zijn voorzien van een pad of weg op één van de oevers. Op dit jaagpad of deze trekweg liepen het paard, dat de trekschuit met een touw, de zogenoemde jaaglijn, voorttrok, en de jager, die het paard mende. Soms werd de schuit voortgetrokken door de schipper zelf of een familielid. De eerste trekvaart in Fryslân liep tussen Harlingen en Leeuwarden, en werd geopend in 1646. Daarna kwam een stelsel van trekvaarten tot stand, waarbij ook nieuwe trek-vaarten werden gegraven. Langs het bestaande of het nieuwe kanaal werden de jaagpaden aange-legd -met herbergen als verversingsstations- voor mens en paarden en rolpalen geplaatst om de jaaglijn door de bochten van de kanalen te leiden. De trekschuiten werden voornamelijk gebruikt voor personenvervoer.In het oosten en zuidoosten van de provincie zijn vanaf ongeveer 1500 vaarten gegraven ten behoeve van de exploitatie van veengebieden voor de turfwinning: de zogenoemde veenvaarten en Compagnonsvaarten. Haaks op deze vaarten groef men grote aantallen dwarskanaaltjes, de zogeheten wijken. Over de vaarten en wijken werd de turf vervoerd. Langs de Compagnonsvaarten bleven enkele karakteristieke schutsluizen met bijbehorende sluiswachter woningen intact.Het transport over het water is in Fryslân tot en met het tweede kwart van de twintigste eeuw belang-rijker geweest dan het vervoer over land. De gebrekkige verkeers- en afwateringsfunctie van veel vaarten ten gevolge van ouderdom en achterstallig onderhoud, leidde vanaf het einde van de negen-tiende eeuw tot het graven van enkele nieuwe kanalen.
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/12/attachments/11
GLOBALID: {48126052-294E-4DDD-A30A-93640A4E52D4}
SHAPE_Length: 11131.918944411862
MultiLineString: [...]