ArcGIS REST Services Directory Login | Get Token
JSON

CHK2 (OGCFeatureServer)


ID: 343
OBJECTID: 343
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/11/attachments/10
ONTSTAAN: 1500-1825
SYSTEEM: Zuidwest-Fryslân slaperdijken
VERSCHIJNING: aangelegd
OORSPRFUNCTIE: Slaperdijk
SHAPE_Length: 1951.2631237043877
OORSPRONGOMSCHRIJVING: Slaperdijken dienen als het ware als tweede kustverdedingslijn in geval van dijk-doorbraken. Het zijn ofwel zeedijken die hun functie als primaire zeewaterkering verloren dan wel doelbewust opgeworpen slaperdijken zoals de uit de achttiende eeuw daterende Zuricher, Koudumer en Sondeler slaperdijken.
OMSCHRIJVING_RIENKS_EN_WALTHER: De Koudumer Slaperdijk bestond uit twee stukken, die beide op de hoge rug van Koudum aansluiten, het ene op de Ooste (Oostend), het andere op de Bouwen, oostelijk van de Grutte Weste (Groote Wester Gersloot). Het eerste stuk sluit met het noordelijke deel bij de Nije Oanlech op de binnendijk achter het Workumer Nieuwland aan, het andere met de zuidelijke op het Heech van Hemelum, plaatselijk Nijbuorren genoemd (zie situatie nummer 1). De binnendijk beveiligde het grootste deel van de west- en zuidwesthoek van Fryslân tegen doorbraken van de zeedijken tussen Hindeloopen en het Mirnserklif. Het terrein, waar de dijk door loopt, is in het algemeen vlak, ongeveer tussen FZP en daar een halve meter boven. Het zuidelijke stuk baant zich een weg pad tussen de grote meren, de Fluessen en de Moarre; noordelijk en westelijk van Koudum is nu niet veel meer van de oude meertjes en poelen overgebleven, maar in de tijdsperiode van de aanleg van de slaperdijk waren die er wel. In dat merenland rees (en rijst) de rug van Koudum boven het lage land uit. Zuidelijk van de grote meren liggen de hoogten van Hemelum en Bakhuizen. De dijk moest door drie verbindingswateren tussen de meren heen worden gelegd, namelijk de Alde Feart tussen de Ald Karre (Alde Kearen) en de Fûgelhoek, een uitloper van de Moarre, de vaart tussen de Kuiert (Damspoel) en de Moarre bij Galamadammen en het Far tussen de Swarte Wâlde en de Grutte Gersleat. Door de erg flauwe vallingen, het kenmerk van alle Willem Lorédijken (d.i. de provinciale landmeter die van 1679-1744 leefde), valt de slaperdijk op. De putten, waar de grond voor de aanleg en latere verhogingen is uitgehaald, zijn half dichtgegroeid, maar aan de russen (plantensoort Juncus) gemakkelijk terug te vinden. De grond voor de dijk is normaliter uit de bermen gegraven, terwijl in het stuk tussen Hemelumer Nijbuorren en Galamadammen het land aan de oostkant van de Dammenswei (Dammanseweg) ook is uitgegraven. Het uitgegraven land aan de binnendijkse kant tussen Galamadammen en Koudum staat nog als De Putten bekend. Tussen Koudum en het Workumer Nieuwland, waar de binnenberm als verkeersweg diende, zal ook grond uit de dijkvaart zijn gehaald. Op de dijk staan verschillende hekken, die hem in vakken verdelen. De opstappen noordelijk van Galamadammen geven aan dat daar een voetpad op de kruin ligt. Als verkeersweg wordt de dijk niet gebruikt, op kleine stukjes bij de bruggen na, te weten bij Galamadammen, tussen de Ooste te Koudum en de Koudumersyl en bij de Noardersyl; bij de Koudumersyl doet een stuk dienst als pad naar boerderijen.(Vandaag de dag ligt de N359 Suderseewei op de Koudumer slaperdijk tussen de beide hiervoor genoemde – voormalige - zijlen). De dijk is gemaakt naar het ontwerp van Willem Loré, hetgeen ook duidelijk blijkt aan de abnormaal flauwe vallingen, zowel binnen- als buitendijks.
BRONNEN: CHK2 (Provincie Fryslân), Noordpeil, Binnendiken en Slieperdiken yn Fryslân (Ir K. A. Rienks en Ir G. L. Walther, 1954)
MultiLineString: [...]