CHK2 (OGCFeatureServer)
ID: 485
OBJECTID: 485
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/11/attachments/10
ONTSTAAN: Voor 1200
SYSTEEM: Oostergo leppe
VERSCHIJNING: aangelegd
OORSPRFUNCTIE: Binnenpolderdijk
SHAPE_Length: 3627.2498790210147
OORSPRONGOMSCHRIJVING: Binnenpolderdijken dienden ertoe om bij dijkdoorbraken de penetratie landinwaarts van het zeewater zoveel mogelijk te beperken. De aloude Slachte is hiervan het bekendste voorbeeld. Daarnaast werden binnendijken opgeworpen om het opstuwen van binnenwater tegen te gaan en als het ware door compartimentering het opwaaien van het boezemwater te bedwingen, dan wel het water vanuit naast-gelegen gebieden te keren.
OMSCHRIJVING_RIENKS_EN_WALTHER: Verder liep de dijk oostwaarts door de Kraanlannen; de dijk is verdwenen, alleen het dijkstaal is nog te zien. Bij de kruising met de weg naar de Feanhoop lag 20 jaar geleden nog een kolk, overblijfsel van een dijkdoorbraak. Ook ten oosten van de weg is de dijk geheel vergraven; dat gebeurde zo’n 25 jaar geleden. Volgens inlichtingen op de plek zelf bestond het dijklichaam uit klei. Langs de noordzijde lagen toen nog dijkputten. Verder oostwaarts lagen een stuk of twee typische bochten in het tracé, te groot voor doorbraken en ook in het terrein is niets te zien, dat op een doorbraak lijkt. Het ligt meer voor de hand dat daar boerderijtjes of dijkhuizen hebben gestaan. Een dikke 600 meter voorbij de tweede bocht buigt de dijk bijna haaks naar het noorden af; de haakse aansluiting van het noordelijke stuk geeft sterk de indruk, dat daar het begin is van een jonger deel van de Leppedijk, die dan zelf oostwaarts doorliep langs de Prikwei. De plaatselijke situatie strookt met de veronderstelling; in de lengterichting van de Leppedijk loopt een perceelscheiding oostwaarts tot dichtbij de Prikwei. De perceelgrenzen vanuit zuidelijke richting eindigen tegen die scheiding. Aangenomen moet worden, dat de Leppedijk en Prikwei daar vroeger één doorlopende dijk vormden. Dat is van grote betekenis, want daaruit volgt, dat ook dat deel van de Leppedijk al bestond, voordat (in de 12e eeuw?) de Leppa het in beheer nam als kering voor het water uit Sânwâlden. Had dat dijkvak toen nog niet bestaan, dan had de Prikwei - die in dat geval uiteraard van jonger datum moet zijn - nooit zo mooi in de lengterichting van de Leppedijk komen te liggen. De gehele Leppedijk ten oosten van de weg naar de Feanhoop vormt trouwens ook een opvallende scheiding in de verkaveling, hetgeen ook in verband met het egale, niet erg bochtige tracé op hoge ouderdom wijst. Tracé langs de grens met Smallingerlân. De dijk keerde oorspronkelijk niet naar het zuiden maar naar het noorden. Ze dienden voor bescherming van het land onder Beets, dat de Krûme Swynswei en de Harmensdyk aan de zuidkant beveiligden. De Leppedijk bestond dan dus uit oudere polderdijken, die later in de 12e eeuw in gebruik werden genomen als kering voor het zuidelijke water. Die ontwikkeling levert ook een aannemelijke verklaring voor het typische tracé van de dijk, en wat is bovendien logischer dan de veronderstelling, dat uitgaande van de hoge zandgrond, al in de oudste tijden van de bedijkingen waterkeringen werden aangelegd om de aansluitende lagere veengrond, die was bedekt met een dun laagje vruchtbare klei, te beschermen.
BRONNEN: CHK2 (Provincie Fryslân), Noordpeil, Binnendiken en Slieperdiken yn Fryslân (Ir K. A. Rienks en Ir G. L. Walther, 1954)
MultiLineString: [...]