ArcGIS REST Services Directory Login | Get Token
JSON

CHK2 (OGCFeatureServer)


ID: 777
OBJECTID: 777
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/11/attachments/10
ONTSTAAN: Voor 1200
OORSPRFUNCTIE: Binnenpolderdijk
SHAPE_Length: 10168.190746102004
OORSPRONGOMSCHRIJVING: Binnenpolderdijken dienden ertoe om bij dijkdoorbraken de penetratie landinwaarts van het zeewater zoveel mogelijk te beperken. De aloude Slachte is hiervan het bekendste voorbeeld. Daarnaast werden binnendijken opgeworpen om het opstuwen van binnenwater tegen te gaan en als het ware door compartimentering het opwaaien van het boezemwater te bedwingen, dan wel het water vanuit naast-gelegen gebieden te keren.
OMSCHRIJVING_RIENKS_EN_WALTHER: De dijk boog van de terp van Berltsum naar het zuidwesten toe, langs een belangrijke geul, waar het Berltsumerwiid en de Ried van zijn overgebleven, in de richting van de dorpen Ried en Doanjum en sloot even ten noorden van Franeker op een oudere zeepolderdijk aan. De dijk om de Minnertsgaaster Polder damde de slenk (Ried) bij Berltsum en Dongjum en sloot bij deze dorpen op de grote, oostelijke polder van Westergo aan (zie situatie nummer 1). De dijk liep oostelijk van de grote laaggelegen landen, die volgens hun vorm kunnen zijn overgebleven van een geul ten westen van de dijk. Vanaf het noorden van Berltsum tot de Boer aan de andere kant deed de hoge (kwelder)wal dienst als waterkering; hij werd op één plek onderbroken, namelijk tussen de Botgoarre en de terp van het latere Klooster Anjum. De weg vanaf Berltsum die achter de wal langsliep, kreeg op die plek ineens bermen die de helft breder waren, een duidelijke aanwijzing voor een oude waterkering; buitendijks komen de weilanden daar in één perceel aan de dijk. Een eind voorbij het dorp Boer bij de Kaai, ter hoogte van de Trije Mûnen (zie situatie nr. 4 onder Dijken in Barradeel, t.w. nabij de splitsing Tsjommearumer Feart – Ried), eindigt de kwelderwal en kunnen we eventuele dijkkenmerken vinden die aansluiting geven op de terp noordoostelijk van Dongjum. Dit blijkt niet het geval te zijn. Ten oosten van Dongjum ligt ten noorden van de weg een lang, smal stuk land van zo’n tien meter breedte, een duidelijke aanwijzing voor een oude dijk. Tussen de wal en het smalle stuk land is de ligging van de waterkering niet duidelijk; die kan hebben gelopen zoals op de kaart is aangegeven. De dijk sloot bij Dongjum op de dorpsterp aan. Aan de andere kant van dat dorp begint de hoge wal tevoorschijn te komen, maar hij was niet betrouwbaar, want hij werd bij Getswerdersyl weer een heel eind verbroken (zie bij ‘Barradeel’). Het overblijfsel van een geul is daar op een plek in het terrein nog terug te vinden als een lang, smal en laag perceel. De dijk heeft de wal zodoende niet gevolgd, maar boog even ten westen van Dongjum naar het zuiden toe, liep dan over een terp, waar een eerdere geul werd gesneden, en sloot een stuk zuidelijker op de noordelijke dijk van de (Franeker) Westerenderpolder aan.
BRONNEN: CHK2 (Provincie Fryslân), Noordpeil, Binnendiken en Slieperdiken yn Fryslân (Ir K. A. Rienks en Ir G. L. Walther, 1954)
MultiLineString: [...]