CHK2 (OGCFeatureServer)
ID: 798
OBJECTID: 798
TOELICHTING: https://geoportaal.fryslan.nl/arcgis/rest/services/CHK2/MapServer/50/11/attachments/10
ONTSTAAN: 1200-1500
OORSPRFUNCTIE: Zeepolderdijk
SHAPE_Length: 3723.1934328336165
OORSPRONGOMSCHRIJVING: Zeepolderdijken zijn de dijken die de aanwas van land beschermen tegen de zee, waardoor het mogelijk werd het gewonnen land in te polderen.
OMSCHRIJVING_RIENKS_EN_WALTHER: Dit dijkje vormde de grens tussen Ooster- en Westergo en werd tevens de waterscheiding. Een oude waterkering in het Nieuwland ten noorden van de Krinzer Earm. In het noorden sloot hij aan op de Bitgumer Hegedyk en in het zuiden op de Krinzer Earm. De dijk had oorspronkelijk alleen aan de westkant een sloot, aan de oostzijde liep hij zonder omheining over in het land. In die toestand ligt hij nog, voor zover hij in het terrein terug te vinden is, namelijk op plekken ten noorden van de Harnzer Trekfeart. Tussen die vaart en de Dille had de dijk later ook een sloot op de oostkant, naar alle waarschijnlijkheid sinds 1661, toen de trekweg van Leeuwarden naar Sneek over dat stuk erop is aangelegd. De westelijke sloot naast ditzelfde stuk was in het eerste kwartaal van de 16e eeuw wijder gemaakt voor de scheepvaart van Leeuwarden naar Sneek. Er moet worden aangenomen, dat de Swette als waterkering voor beide goën aangelegd moet zijn, omdat die elk op zichzelf hun waterpeil regelden omdat het water in beide goën niet op dezelfde hoogte stond. Dat bleef zo tot aan 1859, toen het Leeuwarder Verlaat werd opgeruimd. Waarschijnlijk heeft bij de goën tegelijk de bedoeling voorop gestaan, dat de Swette het zeewater zou keren als de nieuwlandspolderdijk, de Tsjessingadyk, doorbrak. Ook voor doorbraken van de zeedijken in Wester- en Oostergo gaf de Swette een beveiliging, omdat de ene gouw geen zeggenschap had over de dijken in het andere en er in de laatste eeuwen voor 1498 geen centraal gezag bestond, dat het toezicht op de dijken uitoefende. De Swette evenaarde, wat de hoogte betreft, een slaperdijk als de Slachte van de Vijfdelen blijkend uit de hoogten, die de niet afgegraven stukken in 1879, volgens een opmeting in dat jaar, nog hadden. Die hoogten wisselden tussen 1,80 en 2,10 meter + SP; de Slachte is vandaag de dag niet hoger dan 1,75 meter + SP. Over het tracé van de dijk valt het één en ander over te zeggen. In de eerste plaats is het opmerkelijk, dat hij in het algemeen gelijk oploopt met de scheidingen tussen de brede akkers in het nieuw verwonnen land. Verder bestaat de dijk niet uit één recht stuk, maar uit lange, rechte stukken, die met korte dwarsstukken aan elkaar zijn verbonden. Even ten zuiden van het Sylsterdykje ligt nog een stuk dwarssloot, dat eenmaal zo’n stuk dwarsdijk ernaast had; ten noorden van het dijkje was voor de oorlog nog zo’n dwarsstuk te vinden. De verwijding van de Swettesloot naar de Dille heeft als gevolg gehad, dat de dwarsstukken in het stuk zuidelijk van Schenkenschans niet zo duidelijk meer te onderkennen zijn. Twee dingen vallen op: ten eerste, de Swette verandert bij de dwarsstukken van richting. Ten tweede, de afstand daarvandaan tot aan de Middelseediken is ongeveer dezelfde. Dat doet vermoeden dat deze dwarsstukken samenhingen met de verdeling van het nieuwland in twee helften van zoveel mogelijk gelijke grootte. De dijk volgde de grens tussen Ooster- en Westergo; daar zal hij zijn naam Swette aan te danken hebben.
BRONNEN: CHK2 (Provincie Fryslân), Noordpeil, Binnendiken en Slieperdiken yn Fryslân (Ir K. A. Rienks en Ir G. L. Walther, 1954)
MultiLineString: [...]